Even buiten Maastricht, vlakbij de grens met België, bevindt zich één van de mooiste bewerkte kalksteengroeven ter wereld, de Jezuïetenberg. De ontginning van deze groeve, die deel uitmaakt van de Fallenberggroeve in de Cannerberg, vond plaats in de periode 1704 en 1880, toen men de mergel gebruikte als bouwsteen. Dat zich in het gangenstelsel nu een onderaards museum bevindt, is te danken aan de Paters Jezuïeten uit Maastricht. Tussen 1860 en 1960 trokken scholastieken en theologanten van de Jezuïetenorde op hun vrije woensdagmiddag de groeve in om er ontspanning te zoeken na de studie.
Naast de vele interessante studies en publicaties die door hen werden uitgevoerd, maakten zij een plattegrond en talloze tekeningen in houtskool en kleur.
Verder hakten zij een groot aantal reliëfs en beelden in de mergelwanden. Gevleugelde stieren, het Alhambra (compleet met fontein en vijver), Christus naast Boeddha, het hoofd van Ramses II en vele andere bezienswaardigheden verfraaien het interieur van de onderaardse gangen. Na het vertrek van de Jezuïeten uit Maastricht werd het beheer en onderhoud van de groeve in 1968 overgedragen aan de Stichting Jezuïetenberg.